Aflevering 1: Inleiding
In Waspik aan het Oude Maasje, vroeger ‘Het Scheepsdiep’ genaamd, werden tot 1884 alleen houten schepen gebouwd. In dat jaar werd het eerste ijzeren schip te water gelaten. De scheepstimmerwerven waren allen gelegen aan ‘den polders sijdijck’, dit was de westkant van de Kerkvaart. De andere vaart van Waspik was de Vrouwkensvaart, die van betekenis was voor het vervoer per schip van turf, later hooi, landbouwproducten, etc.
Van voornoemde scheepstimmerwerven is, vooral in de 18e eeuw, weinig bekend. Er zijn uit die tijd geen werfboeken en zo er die al waren zijn deze niet bewaard gebleven. In de vroegere jaren werden schepen op “’t oog” gebouwd. Soms met behulp van mallen.
Vanaf 1852 komt hierin verbetering voor wat betreft één scheepstimmerwerf, indertijd eigendom van Jan Adriaan Ruijtenberg, waarvan een ruime hoeveelheid archivalia beschikbaar is. Met name een aantal werfboeken.
Wanneer we iets te weten willen komen over de vroege Waspikse scheepstimmerwerven, moeten we archiefstukken raadplegen. Deze bevinden zich o.a. in het gemeentearchief van Waalwijk. Het zijn de Rechterlijke Archieven van Groot Waspik, ’s Grevelduijn en 11 ½ hoeve. De meest bijzondere stukken zijn de zogenaamde bijlbrieven. Dit zijn akten opgemaakt door de Schout en Schepenen van Groot Waspik, nadat een houten schip was gebouwd en werd opgeleverd aan de schipper.
Hier volgen enkele betekenissen van een Bijlbrief (volgens ‘van Dale’).
1. Verklaring van een scheepsbouwmeester dat door hem een schip gebouwd en opgeleverd is ‘schoon van de bijl’.
2. Akte van geldopneming voor de bouw van een schip of huis.
3. Koopbrief van een schip waarin de verkoper zich voor de koopprijs van het schip laat verpanden.
In de bijlbrief worden de volgende gegevens vermeld:
1. De datum van de bijlbrief.
2. De koper.
3. De scheepstimmerman.
4. Het scheepstype en de afmetingen.
5. De koopprijs.
6. De betalingsvoorwaarden.
Tevens wordt beschreven wat de gevolgen waren bij het niet voldoen aan de betalings-voorwaarden.
Na onderzoek van de bijlbrieven is duidelijk geworden welke scheepstimmerwerven in Waspik houten schepen bouwden, wanneer dit gebeurde en voor wie deze schepen bestemd waren.
Ook is interessant dat wij op deze manier de scheepstypen en de afmetingen van deze schepen te weten komen. Waarschijnlijk werd gemeten in Amsterdamse voeten. Een Amsterdamse voet is 0,283 meter en verdeeld in 11 duimen. Vanaf 1852 werd door Jan Adriaan Ruitenberg bij het bouwen van zijn schepen gemeten in Amsterdamse voeten. Omgerekend houdt dit in dat een schip van 46 voet lang en 14 voet breed ongeveer13 meter lang en 4 meter breed was.
Behalve bijlbrieven komen we ook tegen in het Rechtelijk Archief:
Scheepstransporten en waterbrieven. Dit zijn akten waarin de koop/verkoop wordt beschreven van een schip, dat in gebruik was. Hierover later meer.
Behalve nieuwe schepen zullen de scheepstimmerwerven ongetwijfeld ook onderhoud gepleegd en reparaties uitgevoerd hebben.
Er waren ook toen al ‘toeleveringsbedrijven’.
Bijvoorbeeld:
1. De dorpssmid, die de ijzeren onderdelen van het houten schip smeedde.
2. De touwslager, voor het staande en lopende want.
3. De zeilmaker, voor de ‘sijlagien’, welke zeer waarschijnlijk van hennepweefsel waren gemaakt.
4. De blokmaker en pompmaker, voor het vervaardigen van de blokken en houten pomp, deze zouden echter ook door de scheepstimmerman gemaakt kunnen zijn.
In het Rechtelijk archief van Cleijn Waspik 1556 – 1568 is reeds sprake van een ‘seijlmaker’ genaamd Wouter Wouterse. Tot de 18e eeuw werden de zeilen vaak gemaakt van hennepweefsel = canvas. Later werd katoen gebruikt.
Scheepsmakers
Welke scheepsmakers bouwden in de 18e eeuw houten schepen en wie hadden in die tijd een scheepstimmerwerf?
Dat waren in de periode voor 1800:
1. Hendrick van den Hoeck 1722 - 1767
2. Gerrit van Kinderen 1735
3. Jan Borstlap 1740 - 1793
4. Jan Jansz van den Hoeck ? - 1744
5. Jan Ruijtenberg 1744 - 1795
6. Jan Hendrikse van den Hoeck 1769 – 1788
7. Dirk en Tomas Borstlap 1791 – 1807
De periode na 1800
8. Daniel Sneeuw 1797 -1845
9. Adrianus Ruijtenberg 1795 - 1801
10. Gerardus Ruijtenberg 1830 - ?
11. Johannes Ruijtenberg 1801 - 1807
Kaart van Waspik uit 1599. De Kerkvaart is verbonden met het Scheepsdiep. Aan de westkant van de Kerkvaart ligt de Sijdijck, waaraan de scheepstimmerwerven gelegen waren.
Het gaat dus om scheepsbouwers die voorkomen in de rechterlijke archieven van 1722 tot 1808. Na 1808 moeten we andere archieven onderzoeken om iets te weten te komen over de scheepstimmerwerven van Waspik, o.a. Notariële akten, het Rijnschepenregister en de liggers van de scheepsmetingsdienst en eventuele werfboeken.
Na 1808 komen we de werven tegen van:
12. De familie Ruijtenberg
13. De familie van de Rijken.
14. De familie de Graaf.
Deze werven hebben ook ijzeren schepen gebouwd. Dat komt in een volgende bijdrage aan de orde.