Aflevering 14: De scheepstimmerwerf van de familie Van der Rijken (deel 3 : Willem en Nicolaas van der Rijken)
In het jaar 1892 op 10 september overlijdt Johannes van der Rijken, 55 jaar oud. Willem was toen 22 jaar en Sebilla 16 jaar en waren dus nog minderjarig.
Hun broer Nicolaas werd voogd, hij was 23 jaar oud.
Inventaris.
Van de gemeenschap van goederen, bestaan hebbende tusschen wijlen de echtelieden Johannes van der Rijken, scheepsbouwmeester te Waspik en zijne echtgenoote Maria Schalken.
In het jaar achttienhonderd tweeënnegentig, donderdag, den tweeëntwintigste december, des voormiddags negen uur, ten verzoeke en in bijweze van:
Nicolaas Cornelis van der Rijken, scheepstimmerman, wonende te Waspik
a. uit eigen hoofde
b. in hoedanigheid van voogd over de minderjarigen:
1.Wilhelmus en
2. Sebilla van der Rijken
In tegenwoordigheid van:
Petrus de Bont, landbouwer wonende te Waspik, in hoedanigheid van toeziende voogd over genoemde minderjarigen.
Zijnde de voogd en toeziende voogd benoemd en beëdigd door den heer Kantonrechter te Waalwijk.
Heb ik, Bastiaan Adriaan Middelkoop, notaris gevestigd te Capelle mij bevonden ten sterfhuize van Johannes van der Rijken, in leven scheepsbouwmeester, staande te Waspik om aldaar in tegenwoordigheid van de na te noemen getuigen tot behoud der rechten van partijen en van allen anderen die daarbij belang zouden kunnen of mogen hebben, over te gaan tot de beschrijving van de zaken welke zich ten gemelde huize of elders bevinden en geacht kunnen worden te behooren tot de gemeenschap van goederen bestaan hebbende tusschen wijlen de echtelieden Johannes van der Rijken en Maria Schalken, alsmede tot hunne nalatenschappen.
De aanwijzing en opgave van al hetgeen behoort te worden opgeschreven zal gedaan worden door den comparant verzoeker die beloofde alles getrouw te zullen aanwijzen en opgeven, zonder daarvan iets te verbergen of achter te houden.
De waardering waarvan dit wordt verlangd zal geschieden door Godefridus Jacobus Tempelaars, timmerman, wonende te Waspik, door partijen benoemd en als deskundige beëdigd, door den heer Kantonrechter te Waalwijk den zestiende dezer maand, welke deskundige alhier mede verscheen, verklaarde zich daarbij naar behooren te zullen gedragen.
Alvorens werd te kennen gegeven dat de echtelieden Maria Schalken en Johannes van der Rijken, die in algeheele gemeenschap van goederen waren gehuwd, respectievelijk zijn overleden den zestiende januari 1880 en den tienden september dezes jaars tot hunne eenige erfgenamen nalatende hunne kinderen, geboren uit hun huwelijk
1. Nicolaas Cornelis
Wilhelmus Marinus en
Sebilla
ieder voor een derde gedeelte.
Waarna men is overgegaan tot de volgende inventarisatie:
een partij houtwaren geschat op | ƒ | 115,94 |
een vletaak | ƒ | 30,00 |
een halfaakje | ƒ | 20,00 |
een dito | ƒ | 40,00 |
een roeiboot | ƒ | 115,00 |
een dito | ƒ | 80,00 |
een vletaak van Amerikaans greenen hout | ƒ | 200,00 |
een partij riet | ƒ | 5,00 |
draadnagels en spijkers | ƒ | 15,00 |
pek en werk | ƒ | 14,00 |
een schaaf | ƒ | 10,00 |
zes kippen en een haan | ƒ | 5,15 |
een veeren bed met peluw | ƒ | 25,00 |
twee veeren bedden met peluw | ƒ | 15,00 |
vijf kussens | ƒ | 2,50 |
drie wollen dekens | ƒ | 9,00 |
drie katoenen dekens | ƒ | 5,00 |
twee moltonnen dekens | ƒ | 2,00 |
tien lakens | ƒ | 7,50 |
vier gordijnen | ƒ | 2,00 |
drie tafels | ƒ | 6,00 |
twee klokken | ƒ | 20,00 |
6 schilderijen | ƒ | 6,50 |
een spiegel | ƒ | 6,00 |
een kabinet | ƒ | 15,00 |
een kast | ƒ | 2,50 |
drie bloemvazen | ƒ | 6,00 |
een kachel | ƒ | 8,00 |
vier koperen ketels | ƒ | 6,00 |
drie ijzeren potten | ƒ | 2,50 |
een parapluie | ƒ | 1,00 |
twee hanglampen | ƒ | 3,00 |
twee lantaarns | ƒ | 2,00 |
eenig aardewerk | ƒ | 3,00 |
eenig glaswerk | ƒ | 1,50 |
vuurgereedschappen | ƒ | 1,25 |
boven- en onderkleederen | ƒ | 10,00 |
Totaal | ƒ | 810,34 |
Contanten
aanwezig voor een geldbedrag van ƒ 100,00
Vorderingen
Voortspruitende uit het beroep van den erflater van
P. Kipping te Heusden | ƒ | 536,30 |
..(onleesbaar).. te Oude Tonge | ƒ | 226,58 |
G. Bonis te Oudendijk | ƒ | 157,76 |
Johannes van der Vliet te Oude Tonge | ƒ | 61,00 |
P. Boom te Waspik | ƒ | 98,00 |
B. van der Kolk | ƒ | 90,64 |
Pols te Waspik | ƒ | 517,98 |
J. Verhagen te Waspik | ƒ | 470,57 |
Jacobus Pols te Made | ƒ | 127,27 |
C. Geenen te Haaften | ƒ | 211,73 |
P. Snijders te Raamsdonksveer | ƒ | 9,95 |
A. Eerland te Stavenisse | ƒ | 100,00 |
J. van der Waarde te Raamsdonksveer | ƒ | 55,00 |
Louis van Gent te Ooltgensplaat | ƒ | 198,53 |
C. van Nijmegen te Ooltgensplaat | ƒ | 120,59 |
G. de Jongh te Capelle | ƒ | 18,16 |
C. van der Stelt te Almkerk | ƒ | 304,88 |
P. Melsen te ’s-Gravenmoer | ƒ | 362,60 |
H. Roest te Lage Zwaluwe | ƒ | 84,72 |
C. de Jongh te Made | ƒ | 224,58 |
C. van der Plas | ƒ | 172,21 |
Samen | ƒ | 4152,11 |
Dubieuse vorderingen van
A. van Dijk te Dussen | ƒ | 340,00 |
Maria van der Rijken, wed. van Th.Hessels | ƒ | 672,98 |
te Herdingen | ƒ | |
Jozef van Dijk te Dussen | ƒ | 48,00 |
Richardus van der Pluijm te Dussen | ƒ | 635,67 |
H. van Strien te Raamsdonksveer | ƒ | 100,00 |
P. Verhagen te Waspik | ƒ | 211,62 |
H. Pols te Made | ƒ | 558,62 |
L. Rijkers te Sleeuwijk | ƒ | 70,00 |
Totaal der dubieuse posten | ƒ | 2636,90 |
Schulden
Een hypothecaire obligatie wegens geleend geld ten behoeve van Johannes Wagemakers te Waspik ingevolge acte den vijfden mei 1866 voor notaris Middelkoop te Capelle verleden,
rentende 5 % groot ƒ 2000,00
Rente verschuldigd vanaf den laatste verschijndag.
Eene onderhandsche schuldvordering wegens alsvoren ten behoeve van den heer Middelkoop te Capelle, blijkens bewijs dato 30 november 1879, rentende 5%, ƒ 260,00
rente verschuldigd vanaf dertig november 1891, aan P. van Gastel te Dongen,
rentende 5% groot ƒ 300,00
P. Lips te Waspik rentende 5% | ƒ | 300,00 |
M.J. van der Rijken, scheepsbouwmeester te Waspik | ƒ | 800,00 |
Dokter Freericks te Waspik, | ||
Wegens geneeskundige behandeling | ƒ | 88,50 |
Wegens geleverde goederen aan: | ||
A. van Stolk, houthandelaren te Rotterdam | ƒ | 3610,40 |
A. Visser, koopman te Zwijndrecht | ƒ | 530,95 |
Gebr. van Thiel, fabrikanten te Helmond | ƒ | 144,84 |
P. van Thiel, fabrikant te Beek en Donk | ƒ | 157,00 |
H. van der Rijken, schoenmaker te Waspik | ƒ | 150,00 |
Van de Weg te Dordrecht | ƒ | 25,60 |
Samen | ƒ | 8367,29 |
Begrafeniskosten
Welke uit de voorhanden contanten zijn voldaan
hebben bedragen ƒ 60,00
Titels en papieren
Een afschrift van een acte van verkoop en koop, den tienden april achttienhonderd zesenzestig, voor notaris Middelkoop te Capelle verleden, overgeschreven den negentienden april daarna, in deel 45 nr. 87.
Nadat nu alles beschreven is wat geacht kan worden te behooren tot den boedel en nalatenschap heeft de comparant aangever als in het bezit der goederen gebleven verklaard niets verduisterd noch gezien te hebben of te weten dat iets verduisterd is geworden van hetgeen tot den boedel en de nalatenschap in deze behandeld behoort, welke verklaring door hem met de eed afgelegd in handen van mij notaris is bevestigd.
De verdere bewaring van al hetgeen beschreven is blijft toevertrouwd aan voornoemde aangever, die zulks erkend en zich daarmede belast heeft, onder belofte van hetzelve te voorschijn te zullen brengen of te verantwoorden, daar waar en wanneer zulks zal blijken te behooren.
De comparanten zijn mij, notaris, bekend waarna deze boedelbeschrijving is gesloten, des middags twaalf uur.
Aldus opgemaakt en verleden in tegenwoordigheid van Louis Eduard Adolf Liebert en Martinus IJpelaar, beiden candidaat notaris, wonende te Capelle als getuigen onmiddellijk na gedane voorlezing hebben de comparanten, de schatter, met de getuigen en den notaris dezen acten onderteekend
Getekend:
N. van der Rijken, P.A. de Bont, G.G.J. Tempelaars, L.E.A. Liebert, M.C. IJpelaar, B. Middelkoop, notaris.
In het notarieel archief van Capelle bevindt zich een testament van Elisabeth Timmermans weduwe van Johannes Wagemakers, opgesteld den 1 september 1896 , waarin vermeld onder C nr. 149
“ te verlangen dat de gelden door haar uitgeleend aan de gebroeders van der Rijken, scheepsbouwmeesters te Waspik, niet opeisbaar zullen zijn gedurende de eerstvolgende tien jaren na haar dood mits de verschuldigde intresten behoorlijk worden betaald”.
In het jaar 1866 leende Johannes van der Rijken een bedrag van 2000 gulden van Johannes Wagemakers voor de aankoop van de scheepstimmerwerf en ook in de inventarislijsten van 1881 en 1892 staat dit bedrag als schuld vermeld. Uit hierboven genoemd testament blijkt dat na dertig jaar het bedrag van de lening nog niet betaald is en dat de gebroeders ook de tien volgende jaren nog niet hoeven af te lossen.
Personeel.
Personeel met links Willem en rechts Nicolaas van der Rijken.
In 1899 werkten bij de familie van der Rijken 30 mensen. Datzelfde jaar brak op de werf een staking uit. De mensen wilden een loonsverhoging van één cent per uur, hetgeen geweigerd werd. De stakers 13 in getal werden op staande voet ontslagen en er ontstond veel tumult. Polderwerkers sloten zich bij de demonstrerende stakers aan en gingen luid zingend door het dorp. Burgemeester Kamp riep de marechaussee te hulp, waarna “de rust spoedig hersteld was”.
In het jaar 1903 werkten 30 mannen en 5 jongens op de werf.
Kopie archief Ruijtenberg 1924 van het personeel overgenomen van W. van der Rijken.
De ijzeren schepen.
Wordt tot 1896 nog gesproken van de erven van der Rijken, vanaf dat jaar 1896 zijn de zonen van Jan van der Rijken; Nicolaas en Willem eigenaars van het bedrijf en zij besluiten dat jaar ijzeren schepen te gaan bouwen. Zij waren de laatste van de Waspikse scheepswerven, de anderen waren hun reeds voorgegaan.
Zij vragen vergunning aan bij de gemeente Waspik, middels een verzoekschrift. In verband met de Hinderwet ontvangen de buren van de werf een bericht dat een verzoekschrift is binnengekomen van de gebroeders N. en W. van der Rijken, tot oprichting van een scheepsmakerij annex smederij op het perceel Dijkje 27, kadastraal bekend als sectie G 687.
Er kunnen bezwaren worden ingediend. Mogelijk heeft de firma Ruijtenberg, omdat ze bang waren voor concurrentie, bezwaren gemaakt. Dat zou de verklaring kunnen zijn voor het feit dat, in de loop der jaren, beide werven elkaar nogal eens dwarszitten.
De werf van gebroeders van der Rijken ligt aan de kop van de Kerkvaartsche haven en alle schepen die deze werf willen bereiken of er vandaan gaan moeten langs de werf van Ruijtenberg. Als het bij deze laatste werf eens erg druk is, ligt de haven bijna dicht van de schepen.
De gebroeders van der Rijken beklagen zich hierover bij het gemeentebestuur, wat tot gevolg heeft dat Burgemeester en Wethouders op 11 september 1896 een brief doen uitgaan naar de firma P. en A. Ruijtenberg, waarin de gemeente haar aansprakelijk stelt “Voor alle nadelige gevolgen, die ontstaan aan de scheepvaart tengevolge van de door U aangelegde werf met de hellingwagentjes, etc. op sectie G 951”.
Binnen een week dienen de Gebroeders Ruijtenberg zich te melden op het gemeentehuis, om een overeenkomst te treffen, anders wordt de vergunning d.d. 17 september 1891 ingetrokken. Ze hebben beterschap beloofd door de schepen voortaan niet te breed af te meren doch meer achter elkaar.
De smederij is er natuurlijk gekomen en het eerste ijzeren, ons bekend zijnde, schip leverden zij in 1897 af. De afmeting van het schip was lang 65 m, breed 8,47 m en hoog 2,21 m, groot 795 ton. Het droeg de naam ‘Madonna’ en was eigendom van schipper H. van Dort uit Rotterdam.
De Madonna in de sluis
In juli van ditzelfde jaar 1897 is de haven weer danig met schepen verstopt. De gebroeders van der Rijken nemen dit niet en stappen naar het gemeentehuis. Prompt volgt op 31 juli een brief, gericht aan de firma P. en A. Ruijtenberg waarin wordt verzocht “om het vaartuig van schipper A. Hompus, zodanig te verhalen, dat de vaart in de haven een geregeld verloop heeft. Gaarne hadden wij dat U spoedig aan dit schrijven, tevens waarschuwing voldoet.
Get. Burgemeester F. Kamp. Azn”.
Op 1 maart 1897 ontvangen de firma Ruijtenberg, P.F Gijsman en N. van der Rijken een schrijven van het gemeentebestuur, waarin hen wordt medegedeeld dat ze zijn benoemd, door de gemeenteraad, tot commissie om aan dat college binnen 14 dagen een rapport uit te brengen, welke werken nodig zijn om de Kerkvaartsche haven te verbeteren. Vermoedelijk was hier sprake van onvoldoende hoogte van de oevers, waardoor de bewoners langs de haven bij hoog water veel last ondervonden in hun huizen en tuinen.
In december van het jaar 1898 dienen de gebroeders N. en W. van der Rijken een verzoek in bij de gemeente om vergunning tot het oprichten van een scheepmakerij annex smederij en werkplaatsen op het perceel sectie G 1048 (voorheen G 687). Het werd de tweede loods op dit terrein en wel de meest zuidelijke.
Om een huis te bouwen hebben de Gebroeders van der Rijken ook nog een stuk grond nodig. Namens het waterschap verkopen Antonie Smeur, Adriaanszn, landbouwer te Waspik en Cornelis Johannes Kamp, kassier te Waspik aan Nicolaas en Wilhelmus van der Rijken, scheepsbouwmeesters te Waspik, een stuk grond, kadastraal bekend gemeente Waspik, sectie G 1049 ter grootte van 1 a 35 ca, koopprijs f 67,50. Geen titels van aankomst.
Bij het bouwen van een huis moet dit worden geplaatst, minstens 2 meter uit de keiweg, wanneer op minder afstand wordt gebouwd zijn de kopers verplicht de keiweg zover om te leggen, dat deze op 2 meter uit het gebouw komt. In het huis dat ter plekke gebouwd is heeft de familie van der Rijken jarenlang gewoond. In 1950 werd het betrokken door P.A. Ruijtenberg A.zn en later door zoon Peter.
Het huis, thans Havendijk 29.