Aflevering 16: De ijzeren schepen gebouwd bij de gebroeders Van der Rijken (zie bijlage I)
Nicolaas en Wilhelmus bouwden een behoorlijk aantal ijzeren en later stalen schepen. Zoals in eerdere afleveringen beschreven werden de schepen geklonken. Na enkele jaren werden grotere schepen gebouwd. De zeilschepen werden sleepschepen, waarvoor een sleepboot nodig was. Dit waren sleepkahnen, rijnaken en kempenaars. De kempenaar was gebouwd naar de afmetingen van de sluizen in de Belgische Kempen.
Daar de scheepmetingsdienst in die jaren de bouwplaats wel vermeldde maar niet de naam van de bouwer, is het moeilijk, soms onmogelijk de bouwer te vinden.
Er is van de werven van de familie van der Rijken geen schepenlijst of andere administratie gevonden.
Willem vd Rijken met zijn gezin.
Overname van de scheepstimmerwerf door de firma Frank Rijsdijk te Hendrik-Ido-Ambacht.
Op 21 januari 1919 verschijnen voor Petrus Johannes Jacobus Tackoen, notaris te Rotterdam:
Nicolaas Cornelis van der Rijken en Wilhelmus Marinus van der Rijken beiden scheepbouwmeesters te Waspik en Frank Rijsdijk en Gerard Pieter Blom, beiden industrieel, wonende te Hendrik-Ido-Ambacht, de eerstgenoemde als directeur, de laatstgenoemde als tweede directeur van de te Rotterdam gevestigde NV Frank Rijsdijk’s Industriële Ondernemingen.
De eerste comparanten verklaren verkocht te hebben een scheepswerf met sleephelling en al hetgeen daartoe door bestemming behoort, bestaande uit reparatieterrein, lang ca. 130 meter, ingericht voor het ophalen van schepen tot 100 meter lengte, voorzien van 18 hellingwagens, rails, staaldraden, staven voor aankoppeling, lieren, loods met de benodigde gereedschappen, verder terrein voor nieuwbouw, lang ca. 117 meter, breed 29 meter met bijbehorende loods en gereedschappen, voorraden, brug, niets uitgezonderd, benevens huis en erf, alles staande en gelegen te Waspik:
-sectie G 1158 huis en erf groot 1 a 35 ca
-sectie G 361 hof groot 9 a 20 ca
-sectie G 1132 twee werkplaatsen en scheepstimmerwerf groot 22 a 60 ca, van welke nummers mede-eigenaars zijn de binnenpolder van Waspik voor 1 a 40 ca en de firma P. en A. Ruijtenberg voor 10 ca
-sectie G 359 hakhout groot 15 a 70 ca
-sectie C 461, scheepstimmerwerf, schuur, groot 47 a 80 ca.
De koopsom bedraagt f 40.000.
De eigendommen waren verkregen
G 1158 op 30 december 1898
G 361 geheel en
G 1132 voor het vermeld gedeelte op 22 maart 1900
G 339 op 12 maart 1906
C 461 op 30 april 1914
In de eerstkomende jaren, blijven de gebroeders van der Rijken werkzaam op de werf, onder het toeziend oog van de NV Frank Rijsdijk. De schepen die vanaf dit moment gebouwd worden door de nieuwe firma zijn als zodanig geregistreerd in de liggers van de scheepsmetingsdienst.
(Zie Bijlage II)
ligger Rijsdijk Waspik
In het jaar 1920 evenals 1921 werkten op de werf van Frank Rijsdijk 27 mannen en 4 jongens.
Op 21 april 1921 vraagt Frank Rijsdijk aan de firma Ruijtenberg of men genegen is deze werf te kopen. Op 4 mei doet de NV Ruijtenberg een bod van f 30.000,- aan de NV Rijsdijk. Deze vindt het bedrag niet slecht, maar merkt op dat zij, sinds de werf in het bezit is, nogal hebben vernieuwd en uitgebreid. Een nieuwe houtloods, een kantoortje en een kraantje. Verder is het haventje uitgebaggerd.
Rijsdijk belooft op de zaak terug te komen. Dit gebeurt op 19 mei, waarbij een prijs wordt gevraagd van f 50.000,-.
4 dagen later deelt de NV Ruijtenberg mede het bod van f 30.000,- niet te zullen verhogen en hiermede liggen de onderhandelingen tot overname stil.
Pieter Schram.
In het najaar van 1924 komt Frank Rijsdijk in contact met Pieter Schram, scheepsbouwer, die zowel een werf in Bolnes als in Papendrecht bezit. Hem wordt het voorstel gedaan de werf in Waspik te kopen voor een gereduceerde prijs, mits hij al zijn materialen bij Rijsdijk koopt. Staalhandel is de voornaamste inkomstenbron van Frank Rijsdijk, hij is geen scheepsbouwer.
Op 13 november 1924 is Pieter Schram de nieuwe eigenaar van de werf voor een bedrag van f 15.000,-. Reeds de volgende dag zoekt de firma Ruijtenberg contact met P. Schram, beducht voor concurrentie van deze scheepsbouwer en het daarop volgende gesprek wordt met succes afgerond. De familie Ruijtenberg neemt de werf en het personeel van Pieter Schram over in ditzelfde jaar 1924. De koopprijs bedraagt f 25.000,-.
Op deze werf werd de kiel gelegd voor een kempenaar groot 560 ton voor M.J. Vermeeren te Waspik.
Tot in de dertiger jaren worden er schepen gebouwd door de familie Ruijtenberg op deze werf.
Na 1945 is de voormalige werf van de familie van der Rijken ontmanteld en zijn de terreinen verkocht aan de Provinciale Waterstaat ten behoeve van de nieuwe Langstraatweg, de Maasroute.
De werf aan de oostzijde van de Kerkvaart na beëindiging van de scheepsbouwactiviteiten
De familie Van der Rijken is 53 jaren in het bezit geweest van de scheepstimmerwerf.
In deze periode werden zowel houten als ijzeren schepen gebouwd. Er zijn méér houten schepen gebouwd dan het ene waarvan we een akte hebben gevonden, jammer dat er niet meer ontdekt zijn. Het lijkt me sterk dat er vanaf 1866 tot 1885 maar één houten schip is gebouwd. In de inventarislijsten van Johannes van der Rijken en Maria Schalken, opgemaakt bij hun overlijden, staan behoorlijke bedragen die de schippers nog moesten betalen, die mogelijk van nieuw gebouwde schepen waren.
In de archieven van de scheepsmetingsdienst in het Maritiem Museum te Rotterdam, komen een behoorlijk aantal houten schepen voor, die in de periode rond 1900 in Waspik zijn gebouwd. De naam van de bouwer wordt echter niet vermeld. Ze kunnen ook van de familie Ruijtenberg of de Graaf zijn.
De eerste scheepmakers van de familie, Jan en Marinus, hebben weinig met de ijzeren schepen te maken gehad gezien hun overlijdensdatum.
Nicolaas en Willem van der Rijken, de zonen van Jan, zijn eigenlijk maar vrij kort eigenaar van de scheepswerf geweest. Waaruit we mogen concluderen dat de zaak minder goed floreerde.
Bronnen:
De kleinkinderen van Willem van der Rijken en Wim uit Linne.
Gemeentearchief Waspik, Capelle en Raamsdonk.
Maritiem museum Rotterdam
Archief scheepskadaster Rotterdam.
Archief Ruijtenberg.
Echo van het Zuiden.
Bijlage I
IJzeren en later stalen schepen gebouwd bij de gebroeders van der Rijken:
1. 1897 “Madonna” voor H. van Dort te Rotterdam een sleepschip, lang 65 m, breed 8,44 m, hol 2,21 m, 795 ton.
2. 1899 “Elise” voor S. van Strien te Waspik een sleepschip, lang 86,23 m, breed 10,20 m, hol 2,56 m, 1547 ton.
Elise
1900 “Pugno 2” voor A.P. Verschuren te Waspik een sleepschip, lang 63,90, breed 9,12, hol 2,25 m, 894 ton.
4. 1900 “Maria” voor Marinus Jzn Avontuur te Made een (zeil)boeierschuit.
Maria
5. 1901 “Nieuwe Zorg” voor C. van der Dussen te ’s Gravenmoer een (zeil)klipperaak, lang 28 m, breed, 5,44 m, hol 1,75 m, 161 ton.
6. 1902 “Pax” voor J.J. Verschure te Waspik een sleepschip, lang 72,35 m, breed 9,62 m, hol 2,39 m, 1123 ton.
7. 1903 “Adriana Maria” voor J. van Seters te Raamsdonksveer een paviljoentjalk, lang 22 m, breed 5,13 m, hol 1,67 m, 110 ton.
Paviljoentjalk
8. 1903 “Carolina” voor Hubertus Hartman te Roosendaal een zeilklipper, 158 ton.
Carolina
9. 1904 “Spes” voor C.L. Verschure te Waspik een sleepschip, lang 67,67 m, breed 9,14 m, hol, 2,33 m, 989 ton.
10. 1904 “St. Antoine” voor Th.H. Lips te Waspik een sleepschip, lang 64 m, breed 8,47 m, hol 2,19 m, 811 ton
St Antoine
11. 1905 “Robur” voor J.J. Tempelaars te Waspik een sleepschip, lang 60,50 m, breed 8,14, hol 2,23 m. 740 ton.
Robur
12. 1907 “Sarto” voor P.J. Vissers te Waspik een sleepschip, lang 70,60 m, breed 9,55 m, hol 2,28 m, 1061 ton.
Sarto
13. 1908 “Marie” voor C.M. Rademakers te Roosendaal een sleepschip, lang 70,96 m, breed 9,55 m, hol 2,30 m, 1050 ton.
Marie
14. 1909 “Augusta” voor A van der Pluijm Gzn te Dussen een sleepschip, lang 70,86m, breed 9,60 m, hol 2,33 m, 1087 ton.
15. 1910 “Vrouw Cornelia” voor Jacobus van der Made te Made een boeieraak, lang 13,66 m, breed 3,92 m, 32 ton.
16. 1911 voor A. van der Sande te Made een zeilaak, 130 ton.
17. 1911 “Charbonnière” voor L. de Mei te Antwerpen een sleepschip, lang 50 m, breed 6,60 m, hol 2,52 m, 584 ton.
18. 1911 “Raphaëlla” voor A. Praat te Baasrode een sleepschip, lang 50,08 m, breed 6,60 m, 565 ton.
ligger
19. 1911 voor L. van Boekel te Lage Zwaluwe een zeilaak van 130 ton.
20. 1912 “Gana”voor A.B. van Dinteren te Dussen een sleepschip, lang 63,50 m, breed 9,13 m, 901 ton.
21. 1912 “Nelly” voor Cornelis van der Rijken te Waspik een sleepschip, lang 49,90 m, breed 6,60 m, hol 2,32 m.
ligger
22. 1912 “Marie” voor Johannes van Diem te Waspik een sleepschip, lang 50,14 m, breed 6,63 m, hol 2,32 m, 533 ton.*
23. 1914 “Corry en Sailly” voor Simon Josephus Raaimakers te Raamsdonksveer een rijnschip, lang 50 m, breed 6,60 m, hol 2,22 m, 510 ton.
24. 1914 “San José” voor Hubertus Petrus Bruijninckx te Roosendaal een sleepschip, lang 60,27 m, breed 8 m, hol 2,18 m, 692 ton.
San Jose
25. 1916 “Johanna II” voor Daniël van Ee te Dordrecht een sleepschip, lang 65,20 m, breed 9,29 m, 819 ton.
Johanna II
*Dit schip kwam later in het bezit van P. van Diem te Waspik, de naam was toen “Alverna”. Schrijver van deze geschiedenis is in 1959, 15 jaar oud, schippersknecht aan boord van de “Alverna” geweest. Johan van de Pavert werd de volgende eigenaar.
Bijlage II
IJzeren schepen gebouwd bij de firma Frank Rijsdijk te Waspik.
1. 1920 “no. 66” een sleepschip, lang 40,50 m, breed 7,36 m, hol 2,52, 321 ton.
2. 1920 “no. 67” een sleepschip, lang 37,93 m, breed 7,33 m, 305 ton.
3. 1922 “Frary XII” een motorschip, lang 18,50 m, breed 4,21 m.
4. 1922 “no. 15” een dekschuit, lang 22,32 m, breed 5,52 m, 73 ton.
no.67
IJzeren schip gebouwd bij de firma P. Schram te Waspik.
1. 1924 “Onderneming” voor W. Geervliet te Halsteren een sleepschip, lang 50 m, breed 6,54 m,
hol 2,33 m, 540 ton.
Tot slot nog een mooie oude afbeelding van de werf
Scheepstimmerwerf van der Rijken.