Welkom op de website van Heemkundekring 'Op 't Goede Spoor' te Waspik

Aflevering 2: De Scheepsbouwers nader toegelicht (deel 1)

Hendrick van den Hoeck 1722 – 1767    

Misschien zijn in Waspik eerder houten schepen gebouwd, maar voor zover we weten en aan kunnen tonen met de bijlbrieven werd het eerste houten schip opgeleverd in 1722 op 27 februarij door Hendrick van den Hoeck .

2 1 Bijlbrief H v d Hoeck

 1e  Bijlbrief  H. van den Hoeck

                  Arien Jans Valk, schipper
Bijlbrief {
                  Hendr: van: hoek schiptimmerman alhier

Op huijden den 27 februarij 1722 compareerde voor ons Schout en schepenen van ’s Grevelduijn groot waspik en van twaalf halve hoeve Arien Jans Valck schipper van Suijd beijerland den welken bekende voor hem Sijnen erven en nakomelingen wel en deugdelijck schuldig te wesen aan en ten behoeve van Hendrick Jans van den Hoeck schiptimmerman woonende alhier ofte den wettigen houder deses een somma van driehondert en vijftig Caroli guldens tot veertig grooten vlaams het stuk spruitende uijt saken en over (resterende?) Cooppeningen van een nieuwe poonschuijt lang over stevens ses en dertig voet wijt twaalf voet hol vier voet en twee duijm op sijn berghout, met sijn roer en swaarden soo als het selfde nieuw van stapel gekomen is ende aan hem comparant tot sijne volkomen genoegen en dancke  gelevert en aangevaart, belovende over sulx hij comparant de voors somma van drie hondert en vijftig guldens te betalen en voldoen in seven eerstkomende jaren en sulx ider jaar met een somma van vijftig guldens waar van tot eerste jaar omme gekomen en verschenen sal sijn op den 27e  februarij 1723 ende soo voorts van jaar tot jaar sonder  langer tot de volle en efectuele voldoeninge toe ende of hij compt : twee en drie paijen ofte wel het geheel wilde te gelijck betale en sal hij daarvan intrest corten tegen vier prcent in ’t jaar dog sullen de resterende paijen dan ’s volgens te weten dan …  den eerstkomende verschijndag als mede de resterende paijen insgelijks worden voldaan en betaalt.

Tot zover de bijlbrief.
Het laatste gedeelte beschrijft verder de betalingsregeling en wat er zal gebeuren als er niet op tijd wordt betaald. 

In de eerste jaren bouwt hij ‘poonschuijten’ en ‘damschuijten’ , daarna ‘coff-‘ of ‘kofschuijten’. In totaal zijn twee bijlbrieven van poonschuijten, drie van damschuijten en negen van kofschuijten gevonden. De schepen varieerden in lengte 36 tot 48 voet en breed (wijt) waren ze tussen 11 voet 7 duim en 14 voet. De holte varieerde van 3,5 tot 5 voet. De prijs (somma) was tussen 350 en 900 Carolische guldens.

In de bijlbrief van het laatst gebouwde schip uit 1767 wordt niet Hendrick van den Hoeck maar zijn kinderen en ‘kintskinderen’ vermeld als erfgenamen. Hendrick  is dan reeds overleden.
De gegevens uit de bijlbrieven van de door Hendrick van den Hoeck gebouwde schepen vindt U in Bijlage I (wordt later toegevoegd)

De Poonschuit

2 2

De poonschuit is een tjalkachtig dus rond schip, kwam van oorsprong voor op de Zeeuwse en Zuid Hollandse stromen en de rivieren van Noord Brabant.
De paviljoenpoon werd gebruikt als beurtschip. Een paviljoen is een verblijf voor schipper of passagiers onder een verhoogd achterdek. De ponen vervoerden allerlei goederen.
 

Geert van Kinderen 1735

In dezelfde tijd bouwde  Geert van Kinderen op zijn scheepstimmerwerf  volgens een bijlbrief van 21 maart 1735 een hengstschuijt  voor Dirk Vassen de Hoog, alhier. Lang 36 voet. Wijt 11 voet en 4 duim. Hol (niet vermeld). De prijs (somma) 97 guldens 10 stuivers groten vlaams.

Van Geert van Kinderen is slechts één bijlbrief gevonden.

2 3 Bijlbrief G van Kinderen

Bijlbrief Geert van Kinderen

Op huijden den 21e maart 1735 compareerde voor ons Schout en schepenen van Groot Waspik en 12 ½ hoeve ondergent. Dirk Vassen de Hoog woonagtig alhier de welke bekende voor hem en sijne nakomelingen wel en deugdelijk schuldig te wesen aan en ten behoeve van Gerrit van Kinderen schipstimmerman woonende alhier ofte den wettigen houder dezes eene somme van  Seven ent negentig gulden tien stuivers tot xh: grooten vlaams het stuk spruijtende uijt sake en over resterende Cooppen: van eenen nieuwen hengst lang over steve zesendertig voet en wijt elf voet en vier duijm met sijn roer en swaarden soals den selven nieu van stapel gekomen is en aan hem compt is gelevert en aanvaart  belovende over sulx hij compt de ss somme van seven ent negentig tien stuijvers te sullen voldoen in drie termijnen te weten veertig gulden over twee maanden en sulx op den 13e maij 1735 en de resterende zevenenvijftig gulden tien stuijvers binnen twee jaren in twee paijen te weten de eene helft op den 21 maart 1736 en de 2e of laatsten paij off helft uijtterlijk op den 21e maart 1737 sonder langer tot naar kominge van allen ’t geene voors staet verklaarde hij compt  dirk vassen de hoog speciaal te verbinden en ten onderpand te stellen den voorn bij hem gekogten hengstschuijt met sijn mast spriet en zijllagie anker kabels en touwen en sijne verdere ap en dependentie sulks ende waar hij vaert en zeijlt makende den selve subject onder allen verbanden van waterregt ’t zij in wat havens rivieren en stroomen ofte vlakken daer den zelve bevonden zouden mogen worden omme dadelijken bij den houder deses voor sijn  agterwesen aangetast te worden als sijn vrij eijgen goet ende voorts generalijk sijn persoonen verdere goederen present en toekomende egeene van dien uijtgesondert de selve subjecterende ten bedwang van alle Heeren hoven regten en regteren Cum Expensis

Aldus gedaan en gepasseert ten overstaan van Jan Zeijlmans Schout Dirk van Dusseldorp en Huijbert Coninks Schepenen.
Getekend
J. Zeijlmans
D. Dusseldorp
Huijbert konick

De Hengstschuit.

2 4

De Hengstschuit kwam veel in Zeeland en Zuid Holland voor. Werd gebruikt als vrachtscheepje en als veerschip. Werd ook voor de visserij gebruikt. In Waspik werd ook hooi en allerlei landbouwproducten vervoerd met dit scheepje. Het is een platbodem.

Op 13 december 1735 verkoopt Gerrit van Kinderen zijn timmerwerf/helling aan Hendrick van den Hoeck, scheepstimmerman alhier. 

Transport dijkkaveling
Gerrit van Kinderen op Hendrick van den Hoeck

Op huijden den 13e december 1735 compareerde voor ons Schout en Schepenen van Groot Waspik, ondergenoemd Gerrit van Cinderen ende verklaarde verkogt te hebben en te cederen transporteren en in vollen eigendom over te geven soo als hij doet bij desen aan en ten behoeve van Hendrick van den Hoeck schipstimmerman wonende alhier een huijsje en dijkkaveling staande en gelegen alhier op den polders sijdijck op den westenkant van de kerkvaart soo als hij volgens acte van consent van de eigenaars van de dijk heeft verkregen omme te betimmeren en te beteulen volgens acte van consent daarvan onder de hand gepasseerd dewelke hij verkoper belooft aan den cooper te sullen overleveren strekt uit den zuiden van ’t huijsje van hem cooper af noordwaarts in tot het hof of de dijkkaveling van den hommelen west toebehorende aan Jan Jochemse Timmermans en Cornelis Buys Simon S toe met de last van het onderhouden van den dijk en weg op de keur en schouwe van Schout en geregten alhier en voorts zoals het bij de voornoemde van kinderen is bezeten geweest waarvan partijen verklaren de cooppenningen te bedragen ter somma van tweehonderd guldens tien stuivers waarvan hij verkoper bekent voldaan en betaald te sijn aldus gedaan en gepasseerd ten overstaan van Jan Zeijlmans Schout Huijbert Schep en Huijbert Coninx Schepenen.

Getekend door J. Zeijlmans, Huijbert Schep met handmerk en Huijbert Coninx.