Welkom op de website van Heemkundekring 'Op 't Goede Spoor' te Waspik

Aflevering 3: De Scheepsbouwers nader toegelicht (deel 2)

Jan Borstlap 1740 - 1793

Waar de Waspikse scheepstimmerwerven hun hout vandaan haalden voor de bouw van hun schepen is niet geheel duidelijk geworden. Wel is er een akte van 16 september 1762, waarin Jan Borstlap “verklaart schuldig te zijn aan en ten behoeve van mons Adriaen Adiaensz van Iersel woonende in den unenhout (Udenhout) negenhonderd dertien guldens en dertien stuivers spruitende uit leverantie van houtwaren”.
Regeling betaling en onderpand:
Eerstelijk een bijster gelegen alhier in Groot Waspik belend ten oosten Hendrik Kamp de kinderen van Barend van Waspik , strekkende wijt den zuiden van de bijster van Antonij van Pas enz

Op 26 maart 1740 koopt Jan Borstlap van Capel een huijsje van Pieter Ketelaars, schoolmeester alhier, op den polders seijdijk op de westkant van de kerkvaart, de dijckkaveling strekt zich uit vanaf  Cornelis de Visser tot aan het sluisje. Koopprijs 170 gulden. Ook koopt hij dezelfde dag  een huisje van Cornelis Wouterse de Visser alhier. Het huisje is in gebruik geweest als taanhuisje voor het tanen van zeilen en/of visnetten. Somma 55 gulden. De huisjes lagen naast elkaar. Op deze plaats moet Jan Borstlap begonnen zijn met zijn scheepstimmerwerf.
Voor in de Kerkvaart bevond zich een sluisje dat via een sloot in verbinding stond met de polder ten westen van de haven. Deze sluis werd de Borstlapsluis genoemd. De scheepstimmerwerf van de familie Borstlap heeft tot daar gelegen.

Er zijn 6 bijlbrieven gevonden voor 5 Hengstschuiten en een Cofschuit. De hengsten zijn tussen de 40 en 56 voet lang en 12 tot 14 voet breed. De cofschuit is 47 x 13,5 voet.
Op 25 januari 1759 kwam zijn eerste schip van de helling bestemd voor Adiaen van Boksel van ’s Gravenmoer, een hengstschuit.
De gegevens uit de bijlbrieven van de door Jan Borstlap gebouwde schepen vindt U in Bijlage II.(na het laatste deel) 

Op 3 februari 1760 wordt Jan Borstlap in een akte van scheepstransport genoemd als mondelinge lasthebbende van Denis Hatenboer uit ’s Gravenmoer, die verkocht aan Jan Vos wonende wijk C alhier een hengstschuijt met zijn behoren voor de somma van driehonderdzevenentwintig  gulden.

Jan Janse van den Hoeck ? – 1744

Is in het bezit geweest van een scheepstimmerwerf. Er zijn echter geen bewijzen gevonden dat hij schepen heeft gebouwd. Jan Ruijtenberg kocht zijn timmerwerf van Jan Janse van den Hoeck

Jan Ruijtenberg 1744 - 1795

Op 15 juli 1744 koopt Jan Ruijtenberg van Jan Janse van den Hoeck een huis, 2 schuurtjes of loodsen, een scheephelling of timmerwerf. 

3 1 Koopakte werf J  Ruijtenberg
Transcriptie van akte van transport:

Transport Jan Janse van den Hoeck   Op   Jan Ruijtenberg
Op huyden den 15e july 1744 compareerde voor ons Schout en Schepenen van groot waspik ondergenoemd Jan Janse van den Hoeck woonend alhier en verklaarde verkocht te hebben ende te cederen transporteren ende in vollen eijgendom over te geven so als hij doet by desen aan ende ten behoeve van Jan Ruijtenberg die den coop by desen is accepteerde een huysinge met twee schuurtjes off lootsen en een scheephelling of schipstimmerwerff staande en gelegen alhier op den polders seijdijck ten westen van de kerkvaart belent ten Zuijden de dykkaveling van peter van den Hoeck en ten noorden de dykkaveling van de wede van Jan van den Heuvel soo als het afgeheynt off by hem verkooper tot nog toe is gebruikt geweest met syne op en dependentiën tot den werf en helling behoorent  //Kanttekening “met syn reepen kettinge volgens conditie van verkopinge waar wert gerefereert”// synde belast met het onderhouden van de dijk en straat tegens voorn dyckkaveling gelegen op den keur van schout en geregten alhier en beloofde hy verkooper t selve verkogte te sullen vry en waren en allen verkolen  ?   ?   en aan   ?   en aan taal of te doen tot desen dage toe en de dorpslasten tot den lesten xs 1743 incluis verder verclaren partijend de cooppenningen te bedragen ter Somme van Vierhonderd vyf en t sestig guldens volgens publiecque conditie van verkoopinge ten overstaan van Schout en Schepenen alhier gepasseert op den 17e junij 1744en bekende hy verkoper van de cooppenningen voldaan te sijn den eersten penning met den lesten

Aldus gedaan en gepasseert  ten overstaan van Adriaan Zeijlmans Schout steven schreur en Jan Buijs Schepenen.
                    In kennisse van mij

Zijlmans (get)                              Zeijlmans (get)

Handt. v/d Schepenen          2 verschillende Zijlmans

Jan Ruijtenberg, scheepstimmerman, is de grondlegger van de scheepswerven van Ruijtenberg in Waspik .

Van hem zijn bijlbrieven gevonden voor 13 door hem opgeleverde schepen. Tien damschuiten, lang rond de 48 voet, breed circa 14 voet. Verder twee  hengstschuiten, circa 43 voet lang en 8 voet breed en een poonschuit van 50 voet lang en 17 voet breed. Voor de nieuwe schepen wordt 700 tot 800 Carolische guldens betaald.

Een Damschuijt

3 2

Damschuiten zijn sterk gebouwde ronde schepen, die over een dijk of dam of overtoom konden worden gehaald. Johannes Ruijtenberg bouwde in 1807 een damschuit met paviljoen.

Een overtoom:  bij vaarwaters op verschillend peil, waar het de kosten niet loont een schutsluis te bouwen, dubbel hellend vlak met onderheide planken vloer op een dam of kade tussen twee wateren, waarover kleine vaartuigen gehaald worden met behulp van een windas en losse of vaste rollen die men onder het vaartuig legt.

De gegevens uit de bijlbrieven van de door Jan Ruijtenberg gebouwde schepen vindt U in bijlage III. (na het laatste deel)

Hieronder een voorbeeld van een bijlbrief  betreffende een damschuit door J Ruijtenberg gebouwd.

3 3 Bijlbrief J  Ruijtenberg

In de Nederlands Hervormde Kerk in Waspik zijn twee zogenoemde tochtkasten bij de twee uitgangen naar het kerkhof. Op deze twee kasten bevinden zich twee schilden met de ´wapens´ van de mannen die toendertijd kerkmeester waren.
Aan de ene kant:  W.  van Selm, visser en Corn. Van der Schaar, bouwman (boer)

3 4

Aan de andere kant: Jan Ruijtenberg en Hendrik van den Hoeck, scheepsbouwers.

De kasten met snijwerk zijn van het jaar 1767 en gemaakt door Petrus Verhoeven. De schilden zullen, naar we mogen aannemen, een afbeelding zijn van de schepen die door de betreffende scheepsbouwers werden gemaakt.

Hendrik van den Hoek bouwde voornamelijk kofschuiten, echter ook enkele dam- en poonschuiten.
Jan Ruitenberg meest damschuiten, enkele hengstschuiten en een enkele poonschuit.
De schepen zijn echter moeilijk te definiëren. De zijzwaarden ontbreken en ook de tuigage is niet duidelijk onder te brengen. Waarschijnlijk dus een artistieke interpretatie van de houtsnijder. Op deze foto de ´wapens´van de scheepsbouwers.

Tot zover de scheepstimmerwerf van Jan Ruijtenberg, die vermoedelijk kort na 1795 op 78 jarige leeftijd is overleden.

Na Jan Ruijtenberg volgden de zonen Adrianus, Gerardus en Johannes.