Aflevering 8: De periode na 1800 (deel 3, werfboeken 9 en 10)
Op 16 november 1870 begint Pieter Adriaan een boek (no.9) waarin hij vermeldt dat het boek toebehoort aan Pieter en Adriaan Ruijtenberg. Dit boek bevat + 400 aantekeningen van reparaties van allerlei schepen, sc hippers en data en nieuwbouw. Op een der eerste bladzijde staat de verantwoording van gewerkte dagen en van de materialen aan
“Eene nieuwe Boeierschuit voor schipper Willem de Bas van Capelle”.
Er is geen bestek van dit schip gevonden. Wel een uren- en materialenlijst.
Op 17 november 1870 wordt de keen gewonden van Frans van de Pluijm van de Hang (Hank).
Op 20 januari 1872 keen gewonden van schipper Rozenbrand uit ’s Gravenmoer.
Er is een bestek van een keen gevonden in boek no 9 voor A. Hamels.
Er is ook een bestek gevonden voor een nieuwe hooiaak voor H de Roon uit Waspik.
In deze tijd kwamen veel tjalken op de scheepstimmerwerf voor onderhoud en reparatie. Dit waren gewone tjalken, maar ook statietjalken. Dit zijn schepen met achterop een statie.
Bij nauwkeurige bestudering van de boeken, is het soms mogelijk, aan de hand van de gebruikte of vervangen onderdelen, vast te stellen of het een gewone draai over boord of een statietjalk was ook hektjalk genoemd. Er wordt alleen tjalk vermeld in de boeken.
Met Kerstmis 1878 bevindt zich in de Waspikse haven een geladen schip in zinkende toestand. Een notitie, een los vel in het werfboek vermeldt hierover het volgende:
“25 december voor kolen lossen en pompen 1. Marinus Hooijmaijers 2. Jan Genissen 3. Joseph Nobel 4. C de Ruijter 5. P de Ruijter 6. Doris Zijlmans 7. Bart van den Heuvel 8. A van Loon 9. A van der Pol 10. Jan Kamp 11. Adrianus de Ruijter Gewerkt van ´s namiddags 1 uur tot 7 uur.
In het gemeentearchief bleek een proces-verbaal aanwezig te zijn van Burgemeester H.J.H. Libourel uit het jaar 1878 waarin nauwkeurig werd beschreven wat er gebeurd was met dit schip:
Den vijfentwintigsten der maand december des voormiddags elf uur, verscheen voor mij Henri Jacob Hippolijte Libourel, Burgemeester der gemeente Waspik, Willem Warre, oud 40 jaren, schipper en gezagvoerder op het keenschip “Anna Maria” groot 61 last, gedomicilieerd te ´s Gravemoer, het volgende te kennen gevende:
“den 13e december jl. heb ik van de firma C. en L. van Staa te Ruhrort ingenomen eene lading steenkolen bestaande uit 65 karren kagchelkolen en 5 karren smeekolen is zeventien honderd kilogrammen, bestemd voor den Heer A. Oerlemans te Vrijhoeven-Capel”
Den 17e daaraanvolgende ben ik bij een laag zuidenwind met lenzepomp gevaren tot aan Overmulmte
den 18e deze heb ik bij zuid westen wind mijne reis voortgezet tot aan Nijmegen, schip zonder lekkage;
den 19e dezer ben ik met zuid zuid westen wind van Nijmegen vertrokken tot aan Druten, schip zonder lekkage;
den 20e dezer ben ik met zuid westen wind afgevaren tot aan Brakel, schip zonder lekkage;
den 21e deze bij mistig weder en zuid westen wind ben ik gevaren van Brakel naar Gorinchem, schip steeds zonder lekkage;
te Gorinchem ben ik twee dagen blijven liggen en den 23e dezer per sleepboot van daar vertrokken naar mijne bestemming Vrijhoeven Cappel;
Op het oude Maasje komende ontwaarde ik echter zooveel drijfijs, dat ik mij genoodzaakt zag, mij de eerste haven de beste, zijnde de Kerkvaartse haven onder de gemeente Waspik te laten binnen slepen en tot legplaats te kiezen, het gehucht Scharloo, zulks geschiedde de namiddags ten vijf ure en was als toen het schip nog altijd zonder lekkage en is zonder lekkage gebleven tot op gisteren den 24e dezer des voormiddags.
Naar ik veronderstel zou bij hoog water een massa drijfijs zich onder het schip hebben vastgezet waarop hetzelfde bij ebbe onklaar is geworden en water in kreeg.
Bij onderzoek naar de oorzaak daarvan ontdekte ik, dat het schip lek was, tengevolge van het springen der boorden en het ontzetten der stuiken;
Onmiddellijk heeft P.A. Ruijtenberg, scheepstimmerman alhier de lekkage zooveel als doenlijk was hersteld, doch zulks kon niet baten, want hoe meer of den vloed verliep, hoe erger zich de lekkage openbaarde, zoodat het schip ten laatste geheel is gebroken en met buitengewone inspanning en voortdurend werken met 4 pompen moet boven water gehouden worden.
De lading is verzekerd bij de assurantie maatschappij te Wezel en zal onmiddellijk voor zooveel zulks noodig is worden uitgelost en op den wal worden opgeslagen.
Tot bevestiging der waarheid van deze mijne verklaring verzoek ik te worden toegelaten deze met eede te mogen bevestigen.
Daartoe toegelaten zijnde, zoo heeft de comparant onder het uitspreken der woorden “Zoo waarlijk helpe mij God almachtig” onder het opsteken der beide voorste vingers der rechterhand zijne verklaring met eede bevestigd en dit relaas onderteekend.
w.g. W. Warre
Waarop ten verzoeke van hem comparant voor mij Burgemeester is verschenen.
1e Cornelis van Beek, oud 21 jaren, schippersknecht bij hem comparant in dienst en gedurende de reis en tijdens het ongeval steeds aan boord, gedomicilieerd te ´s Gravenmoer, die verklaarde dat boven omschreven verklaring van den comparant is geheel overeenkomstig de waarheid en dat hij bereid, is zulks onder eede te bevestigen. Waarna ik hem tot dien eed heb toegelaten en hij onder het uitspreken der woorden “Zoo waarlijk helpe mij God almachtig” onder het opsteken der beide voorste vingers der rechterhand, dien eed heeft afgelegd en dit relaas onderteekend.
w.g. C. van Beek
2e Adriaan Nederveen oud 15 jaren, schippersknecht eveneens bij hem comparant in dienst en gedurende de reis en tijdens het ongeval steeds aan boord, gedomicilieerd te ´s Gravenmoer, die ook verklaarde dat boven omschreven verklaring van den comparant geheel overeenkomstig de waarheid is en dat ook hij bereid, is zulks onder eede te bevestigen. Waarna ik ook hem tot dien eed heb toegelaten en hij onder het uitspreken der woorden “Zoo waarlijk helpe mij God almachtig” onder het opsteken der beide voorste vingers der rechterhand, dien eed heeft afgelegd en dit relaas onderteekend.
w.g. A. Nederveen
Van al hetgeen wij Burgemeester voornoemd dit proces verbaal hebben opgemaakt en geteekend op de eed bij de aanvaarding onze bediening afgelegd op dag maand en jaar als in den hoofde dezer vermeld.
w.g.
In een werfboek is de reparatie gevonden van dit schip, in februari 1879. Aan de gebruikte materialen is goed te zien dat de schade behoorlijk was.
Er is in 1880 een houten statietjalk gebouwd voor Willem Hamels. Willem was een zwager van Pieter Adriaan Ruijtenberg.
1880 Leverantie aan het nieuwe tjalkschip en arbeidsloon aan dit schip. Achteraan op de lijst wordt genoemd een hekbalk en 30 voet 2 duims statievleugels, hieruit blijkt dat het een statietjalk was.
De aannemingssom van dit schip de “Wilhelmina Johanna” bedroeg 9200 gulden.
In de werfboeken worden soms de andere scheepstimmerlieden van Waspik genoemd, die indertijd ook houten schepen bouwden.
Op de laatste bladzijde van boek 9 staan een aantal aantekeningen waaruit blijkt dat de scheepsbouwers in Waspik elkaar helpen indien nodig.
Uit 1871:
Jan de graaf gehaald de 4 mei 20 klouwerk (breeuwen)
Jan van de Rijken gehaald in mei 35 klouwerk
Wij gehaald bij Jan Rijken 30 klouwerk
Jan de Graaf 32 bos riet
Gehaald bij Jan de Graaf 15 pond 5 duimers.
Op 27 januari 1878 overlijdt Pieter de Roon op 92 jarige keeftijd.
In 1888 in ’t voorjaar heeft de werf een nieuwe pont in aanbouw voor het Drongelense veer voor J. Uithoven.
Pieter Adriaan heeft in dit jaar 12 knechts in dienst.
In deze jaren maakt Pieter Adriaan op zijn werf het nodige rondhout, roeiboten, etc. voor de nieuwe schepen die Adriaan bouwt. Zo bv voor broer Machiel die schipper is en die op 31 jarige leeftijd bij Adriaan een nieuw vaartuig laat maken. Pieter Adriaan levert hiervoor 1 loopplank f.6,50, 4 druiven 16 ct , 1 schoorhout f. 5,-, 2 takelblokken en puts f.10,-, teer f.6,-, een boot 20 voet, 2 paar riemen 12 voet samen f .150, 8 stoothouten f.4,-. Aan de boot verdient f.2,50.