Deel 15: De tweede helft van de twintigste eeuw
Wij maken een reis door de geschiedenis van Waspik, een reis in etappes waarbij telkens een tijdsbeeld beschreven wordt. Dit wordt etappe 15. Uitgerust van het feesten pakken we onze reis weer op. Het water komt …… Met de watersnoodramp van 1953 waarbij in de nacht van 31 januari op 1 februari door een zware noordwester storm, gecombineerd met springtij, het water uit de Noordzee dusdanig werd opgestuwd dat dijken het begaven, ontkwam ook Waspik niet aan het geweld. Hoewel niet het zwaarst getroffen, was de streek Raamsdonk, Waspik, Capelle en de grens van de gemeente Waalwijk wel het meest landinwaartse gebied dat behoorlijk schade had opgelopen. Bewoners aan ’t Vaartje hadden weliswaar waterschotten of vloedplanken aangebracht die bij hoog water boven aan de dijk geplaatst konden worden, maar het stormde wel erg hard en het water stond al hoog. Toen de polders begonnen vol te lopen duurde het niet lang meer of het water stroomde over ’t Vaartje heen. Ook het water van de Donge bij de ’s Gravenmoerse weg liep al over de kade de polder in. Boerderijen aan ’t Vaartje werden door het voortstuwende water vernield waardoor bewoners moesten vluchten. Er was een flink gat in de dijk geslagen. De volgende dagen werd met behulp van militairen getracht de gaten in de dijk te dichten en na enige tijd, toen het water gezakt was, werd met het herstel van de schade begonnen. Hoewel in 1937 in kringen van Rijkswaterstaat gedacht werd over een beveiliging van West-Nederland tegen uitzonderlijk hoge waterstanden, bleef het bij plannen. Maar na de ramp van 1953 werd de Deltacommissie geïnstalleerd om afsluiting van de zeearmen te realiseren. De Deltawet werd aangenomen en men toog aan de slag. In december 1954 en ook in de nacht van 16 op 17 februari 1955 vloeide er water over de Maasdijk en was er sprake van watersnood. In 1965 verraste het water de aannemers van de Maasroute (de A59); het stenen wegdek spoelde op veel plaatsen weg. Voor onze streken waren er vanaf 1933 al plannen gemaakt en aan de minister aangeboden tot afsluiting van het Oude Maasje en de Beneden-Donge. In 1940 werd een begin gemaakt met de realisering van het Dammenplan en de Biesbosch afsluiting. De Tweede Wereldoorlog maakte echter een einde aan de werkzaamheden. Na de ramp van 1953 werden de plannen weer actueel, maar er waren problemen en vraagstukken die eerst opgelost moesten worden. Uiteindelijk in 1970 kon begonnen worden met de realisatie van een dam met keersluis tussen Hermenzijl en Keizersveer. Om herhaling te voorkomen De uitvoering van het Deltaplan had naast zijn veiligheidsaspecten ook nogal wat negatieve kanten. Een daarvan was dat door het wegvallen van de getijdenwerking door de afsluiting van het Haringvliet, de bestaansmogelijkheid voor de laatste scheepswerf in Waspik, die van de firma Ruytenberg, werd weggenomen. Schepen van het kaliber die tot dan gebouwd waren konden niet meer van de helling lopen door gebrek vaan diepgang. De werf wed noodgedwongen verplaatst naar Raamsdonksveer. Ook de schoenmakerijen en leerlooierijen kwamen na 1900 te gevolge van hoge huidenprijzen en niet evenredige verhoging van de lederprijzen in een moeilijke positie. De Waspikse industriëlen schakelden bovendien niet tijdig genoeg over van handkracht op machines, waardoor ze niet konden concurreren. Begin negentiger jaren kwam het definitieve einde van de schoenindustrie in Waspik. Het verdwijnen van werkgelegenheid in de scheepsbouw en schoen- en lederindustrie had tot gevolg dat het aantal inwoners van de gemeente daalde. Er vertrokken meer inwoners dan er zich vestigden. Meer werkgelegenheid en woningbouw zou de aantrekkingskracht van het dorp kunnen verhogen. Rond 1960 werd in Waspik een weg ingeslagen die meer toekomst moest bieden. Er werd over de dorpsgrenzen heen gekeken om ontwikkelingen in het dorp positief te beïnvloeden. Aan de Oude Maas werd een industriegebied aangelegd, de nieuwe industrieën die voor werkgelegenheid moesten zorgen deden hun intrede. Met het toenemen van de welvaart werd ook de vraag naar betere en modernere huizen bevorderd. Op grote schaal werden huizen onbewoonbaar verklaard en de bewoners verhuisden naar de nieuwbouw. Paadjes en weggetjes veranderden in nieuwe straten met huizen die bij de nieuwe tijd hoorden. Door de aanleg van de A59 werd Waspik veel gemakkelijker bereikbaar voor de aan- en afvoer van goederen en personen. Het industrieterrein werd uitgebreid en tien jaar later was ook dit terrein al weer volgebouwd en werd nieuwe grond bouwrijp gemaakt voor verdere uitbreiding. Mensen wilden zich weer in Waspik vestigen. Er werden nieuwbouwplannen gerealiseerd. Door alle ontwikkelingen in de loop van de tijd had het dorp een ander aanzien gekregen. Van een dorp met lintbebouwing tot een dorp waarin nieuwe wijken een aangesloten geheel vormden. foto: De Maasroute in 1974 met de toekomstige jachthaven en nog zichtbaar de scheepshelling van de fa. Ruytenberg. Samenwerkingsverbanden en herindeling In de tweede helft van de twintigste eeuw werden door het afstoten van taken door de rijksoverheid de taken voor gemeenten steeds zwaarder. Kleinere gemeenten gingen samenwerken en zo ontstond in 1966 het Stadsgewest Waalwijk waarvan Waspik deel uitmaakte. Ook op provinciaal niveau ontstonden samenwerkingsverbanden. Inmiddels was men in Den Haag tot de conclusie gekomen dat samenwerkingsverbanden onvoldoende bindend en verplichtend waren en dat alleen herindeling kon leiden tot sterke, financieel daadkrachtige gemeenten. In opdracht van het rijk besloot de Provincie in 1991 over te gaan tot grootschalige herindelingen. Gedeputeerde Staten stelden in januari 1993 het herindelingsplan voor Midden-Brabant vast. Niet alleen de gemeentebesturen maakten bezwaren tegen de plannen, ook bij de bevolking riep het heftig verzet op. Uiteindelijk werd voorgesteld Waspik, Sprang-Capelle en Waalwijk samen te voegen om een duurzame oplossing te creëren voor het Waalwijkse ruimteprobleem om de komende 25 jaar de woningen te kunnen bouwen die men dacht nodig te hebben. Na wederom verzet stemde in 1996 de Tweede Kamer zowel als de Eerste Kamer in met de vorming van de nieuwe gemeente Waalwijk. De plaats van het gemeentehuis werd Waalwijk met dependances in Waspik en Sprang-Capelle. Inmiddels wordt in Waalwijk een nieuw gemeentehuis gebouw en is de dependance in Waspik al gesloten. In plaats daarvan is in het Cultureel Centrum Den Bolder een zogenaamd Servicepunt ingericht waar de bevolking terecht kan met vragen over wonen, zorg en welzijn. Zo komt na maanden van reizen en trekken het eind in zicht van de reis door de tijd van de Waspikse geschiedenis. Maar het leven voor Waspik en haar inwoners gaat door. Uitbreidingsplannen worden voorbereid, een medisch centrum met vele voorzieningen wordt gerealiseerd evenals de nieuwbouw van het zorgcentrum De Riethorst. De Overdiepse polder is aangewezen als ‘retentiegebied’ om bij zeer hoge waterstand het overtollige water op te vangen van de rivier. De daar aanwezige boerderijen worden afgebroken en een aantal zal weer worden op terpen worden opgebouwd. Dit alles om er voor te zorgen dat het ook in de toekomst goed wonen, leven en werken is in Waspik. Daarom besluiten we dat het goed is nu te blijven waar we zijn en dat is in Waspik. Het wapen van Waspik December 2009 Nel Mathlener. Terug naar het overzicht |