Wij maken een reis door de geschiedenis van Waspik, een reis in etappes waarbij telkens een tijdsbeeld beschreven wordt.
Dit wordt etappe 8.
Bijgekomen van alle feestelijkheden rond het plaatsen van de Oranjeboom vervolgen wij onze reis.
En weer alles onder water Na de aftocht van de Fransen kregen de dorpelingen weinig tijd om bij te komen van deze hectische periode. In de zomer van 1794 rukte het Franse leger weer naar ons land op. Met man en macht werd de vesting Geertruidenberg weer in staat van belegering gebracht. Een bevel tot inundatie van het gebied tussen Heusden en Geertruidenberg werd afgegeven, hetgeen inhield dat de Donge en het Oude Maasje moesten worden afgedamd. Daarbij werd de inwoners gelast de helpende hand te bieden van de aanleg van de dammen en ook het hooi te verwijderen van de landerijen welke onder water gezet zouden worden. Een ramp voor de dorpelingen. Niet alleen omdat ze gedwongen werden zelf mee te helpen aan het onder water zetten van hun landerijen, maar ook omdat miljoenen ponden hooi dat in schuren en schelven opgeslagen was en niet elders ondergebracht kon worden, verloren dreigde te gaan. Daarbij, de dam zou de scheepvaart vanuit de havens van Waspik en Capelle stremmen waardoor de scheepstimmerwerven kwamen stil te liggen. Afgevaardigden van de dorpen maakten nog wel bezwaar tegen deze handelswijze bij de heren in Den Haag, maar dat was tevergeefs. De heren zagen de bezwaren wel in maar er was geen beter middel tot redding van het vaderland. De inundatie ging dus door. Verschillende huizen kwamen onder water te staan, woningen en schuren stortten in, fruitbomen gingen verloren en graan en hooi lag te rotten in de schuren. Tegelijk met de inundatie werden ook de verdedigingswerken in Waspik en Capelle weer in staat van verdediging gebracht. Twee bataljons Guardes kwamen naar Waspik en legerden zich achter het retranchement. In het retranchement werden 28 kanonnen geplaatst.. In het schootsveld van deze kanonnen stonden huizen en boerderijen waarachter de vijand zich zou kunnen verschuilen. Om dit te voorkomen gaf de legerleiding bevel 28 grote en kleine woningen af te branden en te slopen, allen in de eerste tweehonderd meter van wat nu de Schotse Hooglanderstraat heet. Achtendertig huisgezinnen waren dakloos. Of men het er mee eens was of niet, het land moest verdedigd worden. Alle families die door brand of sloop dakloos geworden waren, moesten maar bij andere ondergebracht worden.De opmars van de Fransen liep in september 1794 wel vast op de waterlinie. Troepen legerden zich op de Waspikse akkers en roofden alles wat er nog op de velden te vinden was. De officieren werden ingekwartierd bij de bevolking en nadat het weer verslechterde moesten ook alle soldaten bij de bewoners ondergebracht worden. Voor de vele uitgaven werden geen vergoedingen gegeven zodat het dorpsbestuur zich genoodzaakt zag de belastingen te verhogen. De dorpelingen konden onmogelijk hieraan voldoen. Vanwege de inundatie kon er weinig geoogst worden waardoor er nagenoeg geen werk was en ook de scheepvaart en de scheepbouw waren lamgelegd, waardoor de bewoners totaal verarmd waren.
Eind Republiek der Verenigde Nederlanden
Tot december 1794 lagen er Franse troepen vast voor de waterlinie. Toen het eind december begon te vriezen veranderde de grote watervlakte in een stevige ijsvloer. Daarop besloot het Franse leger de aanval in te zetten. Het retranchement werd door een omtrekkende beweging van het leger in de rug aangevallen en aangezien de kanonnen vastgevroren waren, konden ze niet gedraaid worden. Ook op andere plaatsen trok het grote Franse leger onder opperbevel van Pichegru over de bevroren rivieren en ijsvlakten. De troepen verzamelden zich voor Geertruidenberg. De stad werd van alle kanten ingesloten en hevig beschoten waarna het garnizoen zich op 19 januari 1795 aan de Fransen overgaf.

Omdat de Fransen op hun tocht naar het noorden niet op de val van Geertruidenberg hoefden te wachten en op andere plaatsen de rivier al waren overgestoken, trokken andere Franse troepen, op de dag dat Geertruidenberg viel, Amsterdam binnen. Stadhouder Willem V had inmiddels op een vissersboot vanuit Scheveningen het land verlaten. En daarmee was het gedaan met de Republiek der Verenigde Nederlanden. De Patriotten hadden al een passende naam verzonnen voor het nieuwe Nederland: De Bataafse Republiek. Veel van de lasten waaronder de Waspikse bevolking in oorlogstijd al had kennisgemaakt herhaalden zich. De mooie idealen van Vrijheid, Gelijkheid en Broederschap bleken niet alleen uit zegeningen te bestaan!
We besluiten de dorpelingen de helpende hand maar te bieden bij het herstel van de geleden schade voordat we onze reis vervolgen.
Terug naar het overzicht
|